Met Pasen lagen er 6 eitjes in onze nestkast
Anderhalve week geleden kwam de torenvalk onderzoeksgroep de kuikens ringen. 6 donzige grijze bolletjes met flinke klauwtjes en grote donkere ogen. Ik heb er een vastgehouden. Zo prachtig en zacht. Ik voelde zijn hartje kloppen. Zomaar geboren in onze tuin.
Goed verzorgd door pap en mam zaten ze krap een week later al op de rand van de nestkast. Een stuk groter, met prachtige veren, pluis ertussendoor. Ze deden het goed op de muizen die de hele dag door het nest in werden geslingerd.
Soms draaide er een zich om op het randje en poepte met een flinke boog onze tuin in.
Twee dagen geleden zat er ineens een op de grond in het hoge gras rond de esdoorn. Een meter of 6 boven hem de nestkast met zijn broers en zussen die af en toe met z’n vijven tegelijk naar beneden keken.
Het lukte hem niet verder dan een tak op twee meter hoogte te komen. Zijn strategie was al fladderend tegen de stam omhoog proberen te lopen. De stam was glad. Overal takken en bladeren als obstakels in zijn weg naar huis. Regelmatig viel hij weer helemaal naar beneden.
De vogelonderzoekman vertelde dat dit normaal was.
Ik had het tóch met hem te doen. Dag en nacht, in weer, maar ook in onweer, windstoten en harde regen zat hij daar alleen. Fijn kon hij het toch niet vinden?
Mijn jongste kind is onlangs het huis uit gegaan. Weet je wel.
De jonge torenvalk probeerde steeds weer langs de gladde stam omhoog te komen. De kortste weg. En op de enige manier die hij kende: met zijn poten. Zich totaal niet bewust van zijn gave!
Vlieg gewoon! Je kunt het al lang!
2 dagen na zijn val uit het nest, vloog hij ineens tegen het raam op de eerste verdieping. Verward zat hij op de grond. Even later zat hij bovenop de nestkast. Hij had het ontdekt.